dinsdag 1 november 2011

Mu Ri


Homo Sapiens Non Urinat In Ventum staat op een poort op het Leidseplein in Amsterdam te lezen. Het klinkt als een verstandige opmerking, maar het kan nauwelijks als een advies bedoeld zijn; wie is er nu zo dwaas om tegen de wind in te urineren?

In het Nederlands hebben we er geen specifiek woord voor, maar in het Japans wordt een handeling die niet verstandig is, of misschien beter gezegd niet logisch is, niet in overeenstemming is met de natuur “Muri” genoemd. Het begrip Muri is op te delen in twee karakters, het eerste karakter betreft een ontkenning en kan vertaald worden met “niet” of “geen”, het tweede karakter laat zich vertalen met principe of wet (natuurwet) en is vergelijkbaar met het oud-griekse begrip Logos. Als geheel is Muri dus te vertalen met  “geen principe” of “het ontbreken van het principe” of “niet logisch”.  


De Nederlandse filosoof Spinoza stelde dat de mens en de menselijke geest een deel van de natuur waren en dientengevolge diende de mens te handelen in overeenstemming met de orde van de natuur.
Dit idee doet sterk denken aan de Confucianistische en Taoistische opvatting dat men om zowel ethisch als esthetish juist te kunnen leven men er naar moet streven te handelen in overeenstemming met de natuur en de natuurlijke principes (Ri). Pas indien men er in slaagt om in overeenstemming met de natuur te leven is men werkelijk vrij.

Ambachtslieden zullen dit principe als vanzelfsprekend ervaren. Iedereen die met een stuk gereedschap leert om gaan weet dat er een goede manier is en een slechte manier is om er mee om te gaan. Denk bijvoorbeeld aan het schaven van hout – het eerste wat je leert is dat je met de nerf van het hout mee schaaft en niet er tegen in. Of aan het gebruik van een hamer – men houdt de hamer zoveel mogelijk bij het uiteinde van de steel beet om voldoende slagkracht te krijgen. Vasthouden bij de hamerkop betekent dat men meer moeite moet doen voor meestal veel minder resultaat. Het leren van een ambacht houdt voor een belangrijk deel in dat je als leerling inzicht gaat krijgen in het verschil tussen Muri en  Ri, de juiste toepassing van gereedschap en materiaal.

Op een zomerse dag zaten we op een lokaal terrasje wat te drinken toen we enkele sportief geklede gespierde jongemannen uit het restaurant zagen komen. De eigenaar beschikte over een houtoven die aan de buitenkant van het restaurant gebruikt werd als barbecue. Achter het restaurant had hij een flinke stapel hout liggen. De stukken hout waren echter te groot om te gebruiken en hij had deze heren bereid gevonden het hout in tweeen te zagen. We keken toe hoe de jongemannen zonder veiligheidskleding en met hun oude kettingzagen zonder de tegenwoordig vereiste  beveiligingsmechanismen bovenop de stapel klommen. Met hun ruggen naar elkaar toegekeerd begonnen ze enthousiast het hout onder zich in twee stukken te zagen. Een goed voorbeeld van Muri en leuk materiaal voor een ouderwetse slapstick film. 

Mijn vader werkte ooit mee aan een opleiding voor havenwerkers. Hij kwam met het volgende voorbeeld; er ligt een schip in de haven dat gelost moet worden, waar moet de touwladder worden opgehangen? Het was een voorbeeld uit de praktijk, hij had menige jongeman die net begon in het vak deze opdracht gegeven. Het heeft hem altijd verbaasd dat de nieuwkomers vrijwel zonder uitzondering de touwladder aan de voorplecht hingen. Zou men voor die plek uit een esthetisch gevoel kiezen? Het is in ieder geval niet de meest logische plek. Terwijl er steeds meer goederen uit het schip gelost worden zal het schip omhoog komen. Omdat de touwladder aan de voorzijde van het schip hangt en de voorplecht enigszins uitsteekt kan de touwladder nu alle kanten opzwaaien, draaien en tollen. En dat maakt het voor  iemand die het schip op of af wil bijzonder moeilijk en zwaar om de touwladder te beklimmen.
De paar beginners die niet gingen voor de voorplecht, hingen de touwladder aan het achtersteven. Hetgeen nauwelijks een verbetering genoemd kan worden.
Na mijn vaders uitleg dat het verstandiger was om de touwladder aan de zijkant van het schip te hangen, waar de wanden van het schip vrij recht waren en de touwladder dus stil zou blijven hangen, waren er altijd nog beginners die kans zagen om de touwladder zodanig langs de zijkant neer te laten dat deze over de afvoerpijp van de toiletten hing.   

Het Westerse denken is zeer beinvloed door de filosoof Rene Descartes en misschien nog wel het meest door zijn dualisme van lichaam en geest, zijn opvatting dat de geest (res cognitans) gescheiden is van het lichaam (res extensa). Daar komt bij dat de uitgebreidheid (res extensa) van het lichaam begrensd wordt door de huid. Zelfs wie zich nog nooit in filosofie heeft verdiept zal dit als een bekend en misschien zelfs kloppend idee overkomen. Maar toen ik deze uitleg een keer tijdens een verblijf in Japan gaf, verbaasden mijn toehoorders zich over zoveel Muri. In het Oosterse denken vormen lichaam en geest een natuurlijk geheel en het lichaam wordt geenszins begrensd door de huid.

Op een kruispunt in het centrum van de stad stond voor het zebrapad een jongedame te wachten op het voorbij razende verkeer op het juiste moment om over te steken. Ze stond er veilig op de stoep en leek goed op het verkeer te letten. Waar ze minder oog voor leek te hebben was haar buggy met daarin haar baby. De buggy had ze voor zich en deze stond al met vier wielen op de weg. In de drukte zag menige automobilist de buggy pas op het laatste moment.
Het is een goed voorbeeld van Muri – de moeder had haar eigen lichaam, haar kind en zelfs de buggy moeten ervaren als een geheel. Nu leek het, in overeenstemming met Cartesiaanse opvattingen, alsof moeder, kind en baby afzonderlijke entiteiten waren.    

Soms lijkt iets logisch maar is het bij nader inzien toch echt Muri. Op jonge leeftijd werkte ik in een tuincentrum. Het was rond deze tijd van het jaar toen ik enkele bezoekers advies gaf over tulpen. Een dame klaagde dat ze al vaker tulpen in deze winkel had gekocht maar dat ze nooit wat deden. In veel gevallen komt dit doordat de tulpen te diep geplant zijn of dat de grond veel te nat bleef, dus ik vroeg haar naar hoe ze de tulpen had geplant. Verontwaardigd antwoordde ze: “Zoals het hoort natuurlijk! Met de punt naar beneden!”

In Amsterdam reisde ik nog al eens met de metro – als ik dan de roltrap naar boven nam gebeurde het nog wel eens dat daar een groepje mensen zich voor de roltrap had verzameld, dat druk doende was elkaar te begroeten en met elkaar gesprekken begonnen. Dat steeds meer mensen onwillekeurig op hen botsten leek nauwelijks indruk te maken.
Iets soortgelijks overkomt me vrijwel iedere keer als ik met de trein reis. Zodra ik op mijn plaats van bestemming ben en uit wil stappen staat er een menigte mensen op het perron die mijn trein in wil. Het is nu dringen en duwen om er doorheen te komen terwijl onbekenden me op mijn tenen stappen en ik op moet passen om mijn tas of koffer niet te verliezen. Vanwaar toch dit ongeduld? De trein vertrekt nog lang niet en het is logischer te wachten tot iedereen er uit is voor dat je probeert in te stappen.
Nieuwer voor mij is de manier waarop met name Nederlandse studenten hun fiets dagelijks voor de ingang van de supermarkt parkeren (het overkwam me deze zomer ook een keer bij de lokale supermarkt hier, het ging om jongeren uit de stad die een dagje door de bergen toerden). Ze worden zelfs niet netjes neergezet, maar liggen door elkaar en op elkaar als afval voor de schuifdeuren. Er is geen doorkomen aan. Al helemaal niet door mensen met een handicap. En er is geen personeelslid van de supermarkt die er iets van zegt.

Hier doet zich een ander probleem voor. Een probleem dat ik ook al eens in mijn lessen over Ri en Muri was tegen gekomen. En dat is een weerzin die sommige mensen lijken te koesteren tegen het idee dat de natuur een bepalende invloed heeft in hun doen en laten.  Ze willen niets weten van een natuurlijk principe of van een natuurlijke volgorde der dingen. Ze willen nu de trein in, ze willen nu hun fiets kwijt, ze bepalen zelf wel waar ze gaan staan of waar ze hun fiets neergooien, ze maken zelf wel uit hoe ze hun gereedschap gebruiken. En men leeft in de veronderstelling dat dit vrijheid is. Ook dat is een vorm van Muri.


Tom verhoeven
Auvergne, herfst 2011 








  


    
 


2 opmerkingen:

  1. mooi artikel en veelzeggend. fijn al die voorbeelden
    ook ik loop tegen Muri aan, enkel als ik in contact sta met andere mensen (niet mijn partner) en of mijn huis en terrein verlaat om me te begeven onder de mensen-op-een-kluitje.
    levend in, met, van en omgeven door de natuur lijkt Muri Ri te zijn geworden, want als ik eens probeer te duiden waarom iets Muri is, wordt ik voor gek verklaard, het is Ri, gewoon, inderdaad, met de punt naar beneden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Prachtig verwoord!

    Instemmende groet,

    BeantwoordenVerwijderen